Het gebouw werd tussen 1751 en 1767 opgetrokken ter vervanging van de oude 13de-eeuwse kathedraal, waarvan er nog een toren overbleef. De twee torens die in de plannen van de Italiaanse architect Gaetino Pizzoni voorzien waren, kwamen er helaas nooit. Wel nadrukkelijk aanwezig zijn de twintig Korintische zuilen en de vijf beelden boven aan de gevel. Naast 13de-eeuwse en barokke stijlkenmerken is er ook een flinke scheut classicisme in het gebouw te herkennen: de klassieke zijbeuken vallen op naast de weelderig gedecoreerde façade. Ook binnenin loont de kathedraal de moeite, in de eerste plaats voor de enorme koepel. De 15de-eeuwse romaanse doopvont is het oudste object dat nog in de koepelkerk te zien is. Aan de muren hangen enkele topschilderijen van de gebroeders Morelli, Antoon van Dyck, Jacob Jordaens, Otto van Veen en Nicolaï, een minder bekende leerling van Rubens.