Toevoegen aan wishlist

Koningsteen

0 beoordelingen


Contact

Oxdonkstraat 168 (Kapelle-op-den-Bos) (Ramsdonk)
3380 Kapelle-op-den-Bos
Routebeschrijving

GPS: 51°0'20.4" N, 4°22'47.2" O

Openingstijden

maandag Niet toegankelijk
dinsdag Niet toegankelijk
woensdag Niet toegankelijk
donderdag Niet toegankelijk
vrijdag Niet toegankelijk
zaterdag Niet toegankelijk
zondag Niet toegankelijk



Beschrijving

Omgracht 'hof van plaisantie', dat vermoedelijk afstamt van een hoogmiddeleeuws jachtpaviljoen, verbouwd in 1901 en 1936, omgeven door park in landschappelijke stijl van 87,5 are, aangelegd rond 1900.

De naam duikt pas op in 1671, toen Robert Heymans, secretaris van de commanderij van Pitzenburg te Mechelen, er in een verzoek tot het Leenhof van Brabant op aandrong om zijn eigendom voortaan 's keysers oft 's coninx steen te mogen noemen. Het hof wordt voor het eerst vermeld in de late 14de eeuw, maar aan de oorsprong ligt mogelijk een jachtpaviljoen van de hertogen van Brabant; Koningsteen ligt aan de noordrand van een gebied, dat tot circa 1700 grotendeels bebost was. Op de Ferrariskaart (1771-1775) worden vier losstaande gebouwen afgebeeld. De twee meest westelijke liggen aan de rand van een omhaagde tuin met een padenkruis – vermoedelijk een in parterres verdeelde siertuin (wellicht met loofwerk of 'bro­deries'), waar het 'huis van plaisantie' over uitkijkt. Deze tuin besloeg 87,5 are en was door een gracht omgeven, zoals blijkt uit de oudste kadasterkaarten – een ontwerpversie uit 1812 en de Primitieve kadasterkaart van 1821. Van het meest westelijke gebouw, dat op een figuratieve kaart van 1786 nog wordt weergegeven valt op deze kaarten niets meer te bespeuren. Het huis bestond uit twee afzonderlijke volumes: het grote was ongetwijfeld de woonvleugel; dwars hierop stond de lagere, smallere dienstvleugel. Naast het huis vormde de ringgracht een heuse vijver. De twee oostelijke gebouwen buiten de gracht waren wellicht de neerhofgebouwen, maar ze behoorden rond 1830 niet meer tot het landgoed. Koningsteen was toen eigendom van François Pansius, nazaat van Martin Pansius, secretaris van de Grote Raad van Mechelen, die Koningsteen in 1779 had aangekocht. Volgens de Primitieve kadastrale legger besloeg het landgoed 1 hectare 20 are, water en gebouwen inbegrepen. De geknotte zomereiken (Quercus robur) langs de zuidelijke arm van de ringgracht zijn de enige beplantingsrelicten uit die periode.

In de loop van de 19de eeuw veranderde het goed bijna om de 10 jaar van eigenaar en was van 1871 tot 1886 onder meer eigendom van kunstschilder Alexandre Thomas. Pas in 1901 werd door het kadaster een eerste verbouwing genoteerd. Enkele jaren later kreeg het dienstgebouw een dwarsvleugel, zodat er een bijna gesloten complex ontstond. Buiten de ringgracht ten westen van het domein werd bovendien nog een huis gebouwd, waarschijnlijk een tuinierswoning, want het omgevende perceel (80 are) werd als tuin omschreven in de kadastrale legger. De rudimentaire landschappelijke aanleg – inclusief de boogbrugjes met rustieke, knoestige leuningen van cement en het grootste gedeelte van de huidige beplanting – dateert uit die periode. Het landhuis ligt zoals vanouds tegen de noordoostelijke rand van het domein, dat langs de andere zijden wordt omsloten door een gordel van gevarieerd hoogstammig groen: groene en bruine beuk (Fagus sylvatica, F.s.'Atropunicea'), zomereik, haagbeuk (Carpinus betulus), tamme kastanje (Castanea sativa), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), gewone es (Fraxinus ex­celsior), taxus (Taxus baccata)... Voor het eerst duikt dan het woord 'lusttuin' op in de kadastrale legger. De transformatiewerken werden uitgevoerd onder het eigenaarschap van Pauline Focqué en, vanaf 1902, de Mechelse industrieel Gustaaf Cremer. De stafkaart van 1930 detailleert ook de ontsluiting van het park: een lusvormig pad langs de binnenrand van de boomgordel. Het uit gestapelde stenen opgetrokken heuveltje met de schuilkelder in de zuidoostelijke hoek van het park behoort wellicht ook tot de aanleg in landschappelijke stijl; de schuilkelder werd vermoedelijk geïnstalleerd aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

De verbouwing die tot het huidige uitzicht leidde, werd in 1936 uitgevoerd in opdracht van Edmond Cremer uit Mechelen. Het huis verdubbelde nagenoeg in oppervlakte en kreeg het uitzicht van een echt kasteel – een eigenaardige combinatie van traditionele en moderne elementen: twee ronde hoektorens met bijna platte kegeldaken, een dakruiter met uurwerk en windvaan, gecementeerde muren met schijnvoegen, maar een ingangspartij in de vorm van een modernistisch portiek tussen patrijspoortachtige vensters met daarboven in grote modernistische letters "CONINCKXSTEEN". In de kadastrale legger wordt voortaan van 'kasteel' gesproken. Op de kadastrale mutatieschets wordt expliciet vermeld dat er ook grondwerken worden uitgevoerd en dat de vijver wordt gewijzigd; de tot een vijver verbrede uitloper van de ringgracht ten noorden van het kasteel werd toen grotendeels gedempt. In 1948 werd Koningsteen verkocht aan een zekere Louis Raeymaekers (H. Van de Ven vermeld de naam V(ictor), volgens art. 1923 van de kadastrale legger zou het om een Ludovicus-Jozef gaan), die er een 'Nationale School voor Lichamelijke Opleiding voor Juffrouwen' in vestigde. In 1996 werd op Koningsteen een gelijknamig vormings- en opleidingscentrum ('wellness' inbegrepen) ingericht met mogelijkheid van overnachting.

Merkwaardige bomen(opname 17 mei 2001)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

Plaats een beoordeling

Ontdek hier de lokale middenstand

Uw eigen zaak in de kijker?
Dat kan!

We respecteren uw privacy

We gebruiken technologieën, zoals cookies, om uw surfervaring makkelijker te maken, om socialemediafuncties te bieden en om het verkeer op de website te analyseren. Ook delen we informatie over je gebruik van onze website met onze vertrouwde socialemedia-, en analysepartners.